Het is alweer een tijdje terug, maar op het tussentijdse DWARS-congres in februari benadrukte een zeker lid dat die geen aandelen had in Albert Heijn. Het ging hierbij om een discussie over een motie met een andere focus dan kapitaalmarkten, aandelen en investeringen. Maar de opmerking bleef bij me hangen. Want bijna iedereen heeft een aandeel Albert Heijn. Maar waarom?

Allereerst: hoe werken aandelen? Een aandeel is een verhandelbaar recht op een “stukje” van een bedrijf. Vanaf een bepaald aantal aandelen mag worden meegestemd over beslissingen, en degene met de meeste aandelen is daarmee eigenaar van een bedrijf. Soms krijg je als aandeelhouder ieder jaar een beetje geld uitgekeerd in de vorm van dividend, al is dat niet bij aandelen van alle bedrijven. Maar waarom worden er dan zoveel verhandeld? Is een stukje stemrecht zoveel waard?

De kern van aandelenhandel is te vinden in de kern van het kapitalisme: de kapitaalmarkt. Als een bedrijf ergens geld voor nodig heeft zijn er een aantal opties. Persoonlijk investeerders zoeken, eigen geld inleggen, een lening vragen, of: de aandelenmarkt op. Want wanneer een bedrijf aandelen verstrekt en “verhandelbaar” is, wordt het veel makkelijker om geld binnen te halen voor investeringen.

Accepteer dat een beetje eigendom uit handen wordt gegeven, verkoop een paar aandelen, en er ligt brood op de plank. Dat moet vast ook de gedachte zijn geweest bij Douwe Egberts een tijdje terug. Het naar de beurs gaan van een bedrijf brengt doorgaans overigens ook een hoop maatschappelijke en bedrijfskundige ellende met zich mee, maar dat is een verhaal voor een andere keer. Aan de andere kant van de aankoop hopen de kopers van de aandelen, de investeerders, op hun beurt dat de bedrijven waarin zij geld inleggen meer waard worden, om zelf ook winst te maken op hun investering.

Oké, leuk, maar daar heb ik toch niets mee te maken? Aandeelhouders zijn toch grote kapitalisten met strakke pakken op de Zuidas en Wall Street? Sommigen ongetwijfeld, maar niet iedere aandeelhouder. Een ontzettend groot deel van de investeringen in beursgenoteerde bedrijven komt niet van individuen, niet van superrijken, maar van ons allemaal. Pensioenfondsen zijn één van de grootste spelers als het aankomt op de kapitaalmarkt, en zeker in Nederland. Het vermogen van alle Nederlandse fondsen bij elkaar was 1348 miljard euro in 2018.

Ter vergelijking, dat is meer dan anderhalf keer zoveel als wat er in Nederland jaarlijks omgaat aan geld. Een andere vergelijking: daarmee kan iedereen in Italië zo’n 7000 ijsjes kopen. Relatief tot de omvang van onze economie staat Nederland hiermee op plek één van de wereld. Wat een prestatie! En, van dit vermogen is zo’n 31% [2] in de vorm van aandelen. Dit maakt dat de Nederlandse werknemers en gepensioneerden als geheel genoeg geld in aandelen hebben zitten om heel Shell drie keer op te kopen. Als men dat zou willen, natuurlijk.

Maar hoe weet ik waarin mijn pensioengeld investeert? De meeste fondsen zijn hier wel redelijk transparant in. Zo investeert ABP, het grootste pensioenfonds, 284 miljoen euro in Albert Heijns moederbedrijf Ahold. Hier zou je op het moment van schrijven zo’n 12 miljoen aandelen voor kopen, ruim genoeg voor eentje voor iedere fondsdeelnemer. Ahold is misschien niet het allergroenste, eerlijkste bedrijf ter wereld, maar wie langer zoekt ziet nog wel controversiëlere investeringen ertussen staan. Zo investeert ABP in farmaceuten met een twijfelachtige reputatie, notoire vervuilers en welgeteld een half miljard (!) in Shell.

En wat als ik dat niet wil? Dan heb je pech. Bij bijna alle bedrijven kiest de werkgever je pensioenfonds uit, en heb je zelf geen keuze. Dit is dan ook een merkwaardige uitkomst van het huidige pensioenstelsel. Waar we bij banken en verzekeraars een keuze hebben in de manier waarop ons geld wordt geïnvesteerd, moet je voor je pensioen maar hopen dat het naar zaken gaat waar je zelf achter staat. Veel pensioenfondsen zijn langzaam bezig met vergroenen, wat natuurlijk een positieve trend is. Maar zolang er geen keuze is voor werknemers heb jij, of je het nou wilt of niet, waarschijnlijk nog steeds een aandeel in de Albert Heijn.

Afbeelding: Sasja Wolters