Tof, goed en moeilijk

Ik vind Europa tof, ben er blij mee, heb volgens de dokter een blauw hart met gele sterretjes erop en ben trots op mijn verzameling van alle verschillende euromunten. Alleen, dat is niet genoeg om een stuk over te schrijven. Daarom ging ik op onderzoek uit. Waarom vind ik Europa tof? Waarom vinden anderen Europa tof? Waarom vinden weer anderen Europa helemaal niet zo tof? Ik wil Europa snappen. Maar, ik zal meteen maar toegeven: het is mislukt. Europa is te moeilijk.

Dat is ook juist het probleem. Ons continent is niet te overzien. Waar zit de morele, culturele en politieke eenheid? Die is binnen landen al moeilijk te vinden, laat staan binnen het continent. Wat betekent iets als de EU dan? Ik wil niet choqueren, afgelopen vrijdag, één dag na het Brexit-referendum, was de meest ingevoerde Google-zoekopdracht in Groot-Brittannië: “What is the EU?”

“Wat is vrij verkeer van mensen en goederen waard?”

Dat is dus nog niet zo helder. De EU doet iets met landbouw en regels over immigranten enzo, maar verder? Hoe inzichtelijk is het nou allemaal? Eén ding is duidelijk: hoeveel geld een regering afdraagt aan de EU. Dat is een getal dat gewoon voorkomt op de begroting. Wat een land ervoor terugkrijgt? Dat is nog niet zo gemakkelijk. Hoe meet je veiligheid? Wat is het economisch gewin? Wat is vrij verkeer van mensen en goederen waard? Hoeveel betekent het streven van landen om hun mensenrechten op orde te krijgen?

In zeldzame gevallen is het klaar als een klontje waar de EU goed voor is. Landen als Ierland en Spanje, die in de jaren 70 en 80 nog gewoon derdewereldlanden waren, draaien sinds hun toetreding tot de EU in respectievelijk ‘73 en ‘86 volop mee met traditioneel rijke landen als Nederland. Ze doen het zelfs voetballend beter dan wij. In die landen staat de Euroscepsis op een laag pitje. Maar hoe duidelijk is het nut van de EU voor landen waarin het al lange tijd goed gaat? Of landen waar het lang slecht gaat en de verbetering maar niet komt?

Zolang niet duidelijk wordt hoe de Europa is georganiseerd, wat het voor de mensen doet en wat het oplevert blijft het groot en onbekend. Dat schrikt alleen maar af.

“Europa voelt eng en vies, doe maar zo min mogelijk”

De schrik die de EU teweegbrengt zorgt ervoor dat mensen minder Europa willen. Het voelt eng en vies, doe maar zo min mogelijk. Volgen we dat onderbuikgevoel, dan kan het best dat we als los zand uiteenvallen, iets waar Engeland de eerste stappen in zet. Iedereen is dan meer op zichzelf aangewezen, waardoor stabiliteit zeldzamer wordt.

Loesje over Europa

Drie affiches van Loesje over Europa

De reactie die we moeten hebben op het grote vage Europa is echter het tegenovergestelde. We hebben meer Europa nodig. Meer samenwerking, meer verbinding, meer duidelijkheid: waarom geen Verenigde Staten van Europa? Is het ideaal? Nee. Zullen mensen blijven zeiken? Ja. Maar we begrijpen het tenminste.

Laat Engeland het offer zijn voor onze zonden waardoor wij nu meer eensgezind worden. Laten we de keus maken om Europa de daadkracht te geven van welke het gebrek nu juist vragen opwekt. Geef Europa een gezicht. Laat ons daar allemaal voor stemmen. Dan kunnen we nooit klagen over dat mensen waarvoor of –tegen wij nooit hebben kunnen stemmen de dienst uitmaken. Op naar één Europa.

lees ook

LVolg ons op facebook

L