Na de recente parlementsverkiezingen in Frankrijk, waarbij het linkse ‘Nieuwe Volksfront’ – een verwijzing naar de gelijknamige alliantie in de jaren 30 in Frankrijk – een verrassende overwinning behaalde, plaatste Frans Timmermans een tweet waarin hij de recente verkiezingsoverwinningen van ‘links’ in het buitenland aanhaalt. Hij ziet het als bewijs voor het belang van de partij-integratie tussen GroenLinks en PvdA in Nederland en zei:

“Voor wie nog twijfelt over linkse samenwerking: kijk deze week eerst naar het VK en daarna naar Frankrijk. Links heeft gewonnen met een duidelijke focus op verbinding en samenwerking. Een krachtig signaal naar de verdeel-en-heerspolitiek van extreemrechts!”

Timmermans stelt hier dat Labour in het VK en de linkse alliantie in Frankrijk vergelijkbaar zijn met de samenwerking tussen GroenLinks-PvdA en dat dit dus een aantoonbaar succesvolle strategie is. Wat er precies wordt bedoeld met “focus op verbinding en samenwerking” blijft onduidelijk. Is de vergelijking die Timmermans maakt terecht? Of is het meeliften op succesverhalen waarbij de factoren die daadwerkelijk tot succes hebben geleid niet aan bod komen? Wat kunnen we wel en niet leren van de verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk?

Kiesstelsels vergen andere electorale strategie

Ten eerste is het cruciaal om te kijken naar de rol van de kiessystemen in het Verenigd Koninkrijk (VK) en Frankrijk. In deze systemen wordt gebruikgemaakt van districten, waardoor grote partijen (of allianties) heel vaak meerderheden winnen en kleinere partijen geen kans maken. Joshua Paans liet in een eerder artikel op OverDWARS al zien dat dit systeem voor heel andere tactieken zorgt, en dat bijvoorbeeld Labour in het VK vooral won doordat kiezers op rechts verdeeld waren. Ook in Frankrijk wordt er voor ieder district één afgevaardigde gekozen die in de tweede ronde de meeste stemmen behaalt. Kleinere partijen die niet onderdeel zijn van een alliantie halen hierdoor weinig zetels.

In Nederland maken we geen gebruik van districten. We hebben daarentegen een proportioneel systeem, waardoor het aantal zetels direct wordt bepaald door het totaal aantal stemmen dat landelijk wordt uitgebracht op partijen. Een kleine partij kan daardoor nog steeds zetels halen, zonder in een specifieke gemeente heel populair te zijn of onderdeel uit te maken van een alliantie. Het is kortom echt een misvatting om een vergelijking te trekken met het VK en Frankrijk als het gaat om electorale strategie, omdat we in Nederland een ander kiesstelsel hanteren.

Labour: slechter voorbeeld van linkse samenwerking bestaat niet

Waar Labour historisch gezien altijd heeft bestaan uit verschillende stromingen en groeperingen, kenmerkt de partij zich de laatste jaren juist door een strijd te voeren tegen vertegenwoordigers en leden met afwijkende standpunten: links en pro-Palestina. Zo werden onder leiding van Keir Starmer verschillende groepen, waaronder prominente leden en joodse groepen met samen meer dan duizend leden, uit de partij gezet, vaak door beschuldigingen van antisemitisme. Ook Jeremy Corbyn, de voormalig partijleider van Labour die tussen 2015 en 2020 een linksere koers aanhield, werd na een behoorlijke lastercampagne geweerd uit de partij. Een andere, ondemocratische en anti-linkse zet van de Labour-leider, is het voorstel om de macht van parlementariërs ten opzichte van leden te vergroten bij leiderschapsverkiezingen. Dit maakt het voor vertegenwoordigers zoals Corbyn, die minder goed liggen bij de gevestigde orde van de partij, veel moeilijker om verkozen te worden.

Corbyn deed trouwens als onafhankelijke kandidaat mee in zijn district en won overweldigend van de Labour-kandidaat die hem verving – iemand nota bene uit de geprivatiseerde gezondheidszorg. Deze specifieke verkiezing staat symbool voor het gebrek aan linkse ideologie van het huidige Labour. Joshua zei al dat Starmer’s Labour niet bepaald links is: denk aan privatiseringen in publieke domeinen en het van tafel vegen van klimaatinvesteringen. Starmer wordt niet voor niets vaak vergeleken met het ‘New Labour’ onder Tony Blair in de jaren 90: het Labour dat neoliberalisme omarmde. Zowel om electorale als inhoudelijke redenen is het dus zorgwekkend dat Timmermans naar Labour verwijst als voorbeeld voor links in Nederland.

Over de verviervoudiging van de groene fractie blijft de vermeende GroenLinks-leider overigens stil. Dit terwijl er stemmen opgaan vanuit links voor steun voor The Greens als linkser alternatief voor Labour. Ook zij vallen Starmer aan op privatiseringen en pleiten voor dezelfde standpunten als voormalig Labour-leider Corbyn. Naast onafhankelijke kandidaten zoals Corbyn waren het ook de groenen die profiteerden van de succesvolle Muslim Vote-campagne, die moslims opriep om op pro-Palestina-kandidaten te stemmen. Zulke kandidaten waren immers bij Labour niet meer welkom. Dit laat opnieuw zien dat er veel meer strijd was op links in het VK, dan Timmermans doet vermoeden in zijn tweet.

Door verder in te zoomen op het VK, zien we dus dat er totaal geen sprake was van “linkse samenwerking” of een “focus op verbinding”. Labour viel juist afwijkende meningen op links aan en trok ideologisch naar rechts, bood geen écht alternatief en stond tegenover groene kandidaten, met als gevolg een verlies aan stemmen zelfs op het moment dat haar voornaamste concurrentie (de conservatieven) in hun grootste politieke crisis ooit verkeerden.

Nouveau Front Populaire: brede linkse samenwerking met behoud van eigenheid

Dan Frankrijk. In Frankrijk vormde zich een samenwerking op links direct nadat president Macron nieuwe verkiezingen uitriep. Net als in 2019 bestaat het linkse blok uit groenen, communisten, sociaaldemocraten en socialisten (de partij van Jean-Luc Mélenchon). In Frankrijk is er in tegenstelling tot in het VK dus sprake van een daadwerkelijk brede linkse samenwerking tussen vrijwel alle linkse deelnemende partijen, waarbij de partijen hun eigenheid behouden en politieke verschillen blijven uiten. De partijen verdeelden districten om zo te voorkomen dat linkse kandidaten in elkaars vaarwater zouden vissen: in het ene district doet een groene kandidaat mee, in een ander district een sociaaldemocraat, met steun van de hele alliantie.

Is dit dan wél een goede vergelijking met de GL-PvdA-samenwerking in Nederland? Niet bepaald. In Nederland is de samenwerking namelijk exclusief gericht op twee partijen, met als vermoedelijk einddoel een fusie – leden stemmen daar immers in 2026 over. De NFP gaat juist niet over fuseren, maar over een samenwerking met gedeelde waarden, die geen meerderheid wil weggeven aan extreemrechts. Vandaar ook dat de linkse alliantie een soort uitruil deed met de alliantie van Emmanuel Macron. De truc slaagde en NFP en Macron profiteerden.

Gebrek aan verbinding en ruimte voor verschillende ideeën binnen ‘verenigd links’

Als we kijken naar de deelnemers van het NFP, zien we dat er dus ruimte is voor veel verschillende linkse ideologische stromingen. Bij GroenLinks-PvdA lijkt er (vooralsnog) minder ruimte voor een waaier aan ideologieën en proberen de partijleidingen vooral de sociaaldemocratie van de PvdA en het ecosocialisme van GroenLinks met elkaar samen te voegen. Het is moeilijk voor te stellen dat Timmermans zit te wachten op de antikapitalistische en pro-Palestina onderdelen van linkse partijen, die wél onderdeel zijn van de Franse alliantie. Timmermans zei over de genocide in Palestina nog dat je “van mening mag verschillen”, terwijl dit over antisemitisme niet zo mag zijn:

“Bij radicaal-links worden mensen uitgemaakt voor zionisten of zelfs racisten als ze staan voor het recht van Israël om terreur te bestrijden, of soms zelfs als ze het bestaansrecht van Israël verdedigen.”

Hij heeft duidelijk geen moeite met de schuld van antisemitisme in de schoenen te schuiven van “radicaal-links” – wie dat ook moge zijn. Is dat die “focus op verbinding” op links waar Frans het over heeft? DWARS heeft nota bene zelf in haar programma staan dat zij een eenstaatoplossing voor Palestina steunt. Daarmee zou ook de jongerenvereniging van GroenLinks behoren tot het radicaal-links waar Timmermans het over heeft. Van de leider van een brede linkse beweging mogen we verwachten dat deze geluiden ook worden gerepresenteerd. Voormalig voorzitter van DWARS, Sabine Scharwachter, viel Timmermans eerder dit jaar al hard aan op dit punt.

Tegelijkertijd beweert Timmermans in debatten dat binnen de huidige samenwerking tussen GroenLinks en PvdA nauwelijks inhoudelijke verschillen bestaan, zoals over bijvoorbeeld Palestina. Dat is niet alleen onwaar, maar laat zien dat de leider van de twee partijen liever verschillen wegpoetst dan erkent. Een ander voorbeeld is het feit dat Kauthar Bouchallikht zich terugtrok van de lijst vanwege haar Palestina-standpunt, dat verschilde van de partijleider: “de partijdemocratie was op sommige punten ver te zoeken”. Ook Bart Snels had last van de vernauwende samenwerking en stapte op omdat hij vond dat er gebrek aan ruimte was om te discussiëren over samenwerking met de PvdA.

Alhoewel Timmermans in 2006 nog liever met de VVD samenwerkte dan met de SP (hij vond voormalig-communisten niet te vertrouwen) heeft Timmermans inmiddels andere linkse partijen opgeroepen zich aan te sluiten bij GL-PvdA, of ‘verenigd links’. Toch is die oproep niet naar het Franse voorbeeld. De oproep kwam nadat er al sprake was van een vergevorderde samenwerking tussen GL en PvdA, waardoor het lastig is voor te stellen hoe je dan nog een gelijkwaardige pluriforme samenwerking tot stand brengt. Ook suggereert “aansluiten” dat andere partijen naar Timmermans moeten bewegen, en niet andersom.

Verenigd Links: iets minder van Starmer, iets meer van het Volksfront

Doordat Timmermans vaag blijft over de zogenaamd ‘duidelijke’ focus op samenwerking en verbinding en geen duiding geeft over wat deze modewoorden betekenen, lijkt hij te proberen om mee te liften op de verkiezingsresultaten van links in het VK en Frankrijk. Maar wat is er precies verbindend aan het uitroeien van de linkerflank van Labour door de partijtop? En hoe kan de daadwerkelijk brede en pluriforme Franse samenwerking, die ook de radicalere linkse geluiden een sterker parlementair podium geeft, vergeleken worden met de tunnelvisie op exclusieve samenwerking tussen GroenLinks en PvdA? Niets en niet, als je het mij vraagt. Bovendien gaan vergelijkingen niet echt op doordat er veel minder electoraal belang is bij het voeren van gezamenlijke lijsten of een fusie, binnen het Nederlandse proportionele kiesstelsel.

Toch vallen er lessen te trekken uit de verkiezingen in het VK en Frankrijk. De verdeel-en-heerspolitiek die Timmermans extreemrechts verwijt, doet Labour zelf bijvoorbeeld net zo goed aan mee. Een verenigd en verbindend links zou de geluiden van stemmers die nu kozen voor onafhankelijke en groene kandidaten, beter moeten representeren. In plaats van leden de partij uit te kicken, moet er ruimte zijn voor critici en moeten verschillen binnen de partij(en) worden omarmd. Juist de diversiteit geeft samenwerking tussen linkse groepen en partijen kracht. In Frankrijk zien we een goed voorbeeld: werk samen, of maak een gezamenlijke lijst waar dit strategisch nuttig is, maar behoud de eigenheid van partijen en bewegingen.

Het Franse Volksfront als voorbeeld nemen betekent daadwerkelijk brede linkse pluriforme samenwerking realiseren, zowel binnen als buiten het parlement – in navolging van een al aangenomen motie op het GL-PvdA-congres. Een goed begin daaraan is accepteren dat leden kritisch zijn op de samenwerking. Dat hoort erbij, en niemand heeft er iets aan door hen weg te zetten aan de hand van misleidende vergelijkingen met andere landen voor eigen gewin.