Niemand is tegen ontwikkeling van landen waar mensen eerder nog vaak in armoede leefden. Maar in sommige landen gaat die economische ontwikkeling maar moeizaam. Commissie economie van DWARS heeft een aantal problemen besproken van ontwikkelende economieën. Deze problemen zijn soms indirect, soms direct verbonden aan het buitenlandbeleid en handelsbeleid van onder andere Nederland. Dan blijkt dat globalisering niet de eerlijke race is die sommige economen beloofden. In dit stuk: kapitaalvlucht.

Kapitaalvlucht
Kapitaalvlucht betekent simpelweg: het verdwijnen van geld uit een economie zonder dat het land van oorsprong er iets aan overhoudt. Geld kan niet letterlijk verdwijnen, maar wanneer geld wordt overgemaakt zonder dat het wordt bijgehouden is het wel verdwenen uit de boekhouding. Onderzoek aan de Polish Economy Research Institute vergeleek de cijfers van de uitvloei van geld uit Noord-Afrikaanse landen met de geldstroom die de rest van de wereld ontvangt uit deze landen. Conclusie: 453.6 miljard ontbrak uit de geldstromen vanuit Algerije, Egypte en Tunesië tussen 1970 en 2010. Dit bedrag was het verschil met wat de rest van de wereld had ontvangen uit deze landen. Deze landen vermeldden sterke groei voor de buitenwereld in die periode, maar uit deze cijfers is te zien dat ook veel geld is verdwenen. Vermoedelijk heeft dat te maken met de dictatoriale trekken van de leiders in de regio. Volgens het Mbeki High Level panel on Illicit Financial flows from Africa verliest heel Afrika 30-60 miljard per jaar door kapitaalvlucht (Survival of the Richest, pagina 12).

Veel kantoortjes, weinig regeltjes
Maar wat gebeurt er dan met dit geld? Het wordt zo onzichtbaar mogelijk overgeboekt naar landen die dat mogelijk maken. Dit zijn in veel gevallen belastingparadijzen, maar er is een verschil tussen het aanbieden van lage belastingtarieven en het mogelijk maken van geheimhouding. Een land dat geheimhouding mogelijk maakt staat bedrijfsvormen toe waarbij inschrijven makkelijk is, en nauwelijks persoonsgegevens en jaarverslagen ingeleverd hoeven te worden. In de praktijk maken kantoren in die landen vele brievenbusbedrijven aan voor internationale klanten, zonder dat de wet veel verantwoordelijkheden daaraan verbindt. Tax Justice Network heeft hiervoor een rangschikking gemaakt, en daarbij ook een schatting gemaakt van de grootte van de geldstromen.

Keurige kantoren in keurige landen
Je denkt dan misschien aan deals in vergelegen landen waarbij fiscale alleskunners in de schemer even een BV’tje in Panama opzetten. Maar wie genoeg geld en invloed bij een regering heeft kan ook aankloppen bij “keurige kantoren” in “keurige landen”. De ‘Luanda Leaks’ is een onderzoek waarbij de verborgen rijkdom van Isabel dos Santos uit Angola werd onthuld. Zij kon gebruik maken van boekhouder PriceWaterhouseCooper en rekeningen van ING tot de publicatie van de reportages in 2020. Ook daarna waren er kantoren waar ze brievenbusbedrijven bij kon onderbrengen. Zonder trustvergunning, maar dat is blijkbaar niet nodig als alleen de ruimte verhuurd wordt.

Slim ontwijken
Ook legaal verkregen geld slipt al gauw door de mazen van de netten. De mate van belastingontduiking is zeer lastig in te schatten, maar over belastingontwijking is wel veel bekend. Multinationals rekenen zoveel mogelijk kosten door aan bedrijfsonderdelen die grondstoffen ontginnen om winst te ‘verplaatsen’ naar een land met lagere tarieven. Tax Justice Network deed onderzoek met data die werd vrijgegeven na het invoeren van ‘country-by-country’ reporting in een aantal landen. Uit de data van vijftien landen kon 467 miljard dollar gevolgd worden, en 117 miljard daarvan had volgens onderzoekers belast moeten worden als de normale tarieven toegepast waren.

“De as van belastingontwijking”
Nederland steekt met kop en schouders uit boven de rest van de wereld uit door 20 miljard van dit verlies te veroorzaken in de andere landen. Nederland, het Verenigd Koninkrijk (inclusief overzeese gebieden), Luxemburg en Zwitserland zijn samen verantwoordelijk voor 72% van de belastingontwijking in de data. Deze landen worden ook wel “De as van belastingontwijking” genoemd. Nederland en het VK verzamelen die rapporten voor country-by-country reporting trouwens wel, maar maken de data niet openbaar. Hierdoor komt een eerlijk debat over de kosten en baten van fiscale lokkertjes niet van de grond.

Handelsverdragen
De rol van de vier genoemde landen hebben niet alleen te maken met de soepele fiscale regels, maar ook met de vele handelsverdragen die ze hebben gesloten met veel landen uit de hele wereld. Op papier omdat deze zelfverklaarde handelslanden investeringen in ontwikkelingslanden willen stimuleren en bedrijvigheid in de ondertekenende landen vergroten. In de praktijk is het voor multinationals vooral belangrijk dat elke manier van dubbel belasten strikt onmogelijk is. Oftewel, dat in de verdragen is vastgelegd dat geldstromen maar één keer belast mogen worden als het van het ene naar het andere land stroomt. Dat betekent ook dat er niet ingegrepen mag worden als er een fiscale constructie is waardoor er niet of nauwelijks belasting betaald wordt. De aantrekkelijkste bonussen die Nederland biedt aan bedrijven zijn het ontbreken van belasting op licentiebetalingen en belastingaftrek voor rentebetalingen. Daarmee wordt een boel belastingtrucs mogelijk, door geld op te geven als één van deze twee soorten geldstromen.

Handelstribunalen
Hoe fout dit kan gaan werd bewezen in Mongolië. Dit land zegde in 2011 een verdrag met Nederland op omdat het nauwelijks belasting kon heffen op de winsten van o.a. een enorm Canadees mijnbouwbedrijf. Een jaar ervoor had het bedrijf de Mongolese staat aangeklaagd via een tribunaal uit ditzelfde handelsverdrag. De staat wilde geen mijnbouw meer door bedrijven waar de staat geen meerderheid in had als de overheid de mijn had gesubsidieerd. Dit soort tribunalen zijn dezelfde reden dat verdragen als CETA zo controversieel werden. Nog altijd worden deze verdragen gezien als zachte voorwaarde voor westerse investeringen. De OECD, de bijeenkomst van vertegenwoordigers uit rijke landen, heeft belastingontwijking de laatste jaren voorzichtig op de agenda gezet. De landen die hier het meeste onder lijden krijgen echter geen inspraak in de afspraken die de OECD maakt.

Al met al zijn er dus verschillende manieren waarop geld weg kan lekken uit een opkomende economie. Economische groei maakt weinig uit als het geld niet bij de burgers terecht komt. Daar moeten we niet alleen dictators voor verantwoordelijk houden, maar ook de landen die het mogelijk maken om hun geld te verstoppen. Ook in vrije landen kan veel geld weglekken door belastingontwijking. En dat komt toch echt voornamelijk door een viertal Europese landen, waaronder Nederland, en hun fiscale regels. Handelsverdragen doen dan meer voor multinationals dan voor opkomende economieën. Want binnenkomende investeringen zijn niet veel waard als het niet leidt tot meer belasting betalen.