In december 2015 werden mijn timeline en twitterfeed helemaal overspoeld met berichten over COP21. Je kon geen nieuwsapp openen of je zag wel een of andere foto waarop diverse wereldleiders in Parijs aan het poseren waren. Zoals we nu weten heeft COP21 niet alleen mooie plaatjes opgeleverd maar ook een akkoord over klimaatverandering. Daar mogen wij onszelf, als wereldburgers, ook voor op de borst kloppen.

De druk die wij op de regeringen van alle landen hebben gelegd, heeft er mede voor gezorgd dat dit akkoord nu op tafel ligt. Dit betekent alleen niet dat ons werk nu klaar is. In tegendeel: nu begint het pas. De druk en actie vanuit het wereldpubliek zal namelijk bepalend zijn voor de uitvoering van het akkoord van Parijs.

Deze uitvoering is afhankelijk van een ‘accountability framework’ van het Parijse klimaatakkoord. ‘Accountability’ is een woord dat moeilijk te vertalen is naar het Nederlands. Waar het om gaat is dat er een manier moet zijn om staten individueel verantwoordelijk en aansprakelijk te houden voor de beloften in het akkoord: een stok achter de deur.

Kort gezegd bestaat die stok achter de deur niet. Het akkoord van Parijs is niet juridisch bindend. Staten kunnen elkaar niet aanklagen voor het niet nakomen van de afspraken en wij als burgers kunnen dat ook niet. Toch zijn er wel maatregelen vastgelegd die moeten hinten naar een ‘accountability framework’.

Drie groepsdruk-maatregelen

Er zijn drie maatregelen die de zogenaamde stok achter de deur vormen en alle drie hebben ze als basis ‘peer pressure’. Groepsdruk tussen staten moet dus voorkomen dat onze planeet ten onder zal gaan aan door mens veroorzaakte klimaatverandering.

Ten eerste zal er elke vijf jaar een ‘global stocktake’ plaats vinden. Dit betekent dat de balans wordt opgemaakt over de stand van zaken. Hoeveel broeikasgassen zijn er gezamelijk te veel uitgestoten? Of als je gezegend bent met onuitputtelijk optimisme: hoeveel zijn emissies gereduceerd de afgelopen vijf jaar?

Ten tweede zal er een committee worden opgericht van experts dat elk jaar naar de voortgang van individuele landen kijkt op een manier die ‘transparent, non-adversarial and non-punitive’ is (Artikel 15, paragraaf 2, Paris Agreement). Dit betekent dat dit panel van experts dus wel kan zeggen dat een land te weinig heeft gedaan om haar uitstoot te verminderen, maar er geen manier is om maatregelen tegen dit land te nemen.

Ten slotte hebben we dan nog de ‘facilitive dialogue’ tussen landen. Dit is waar de echte groepsdruk moet plaatsvinden. Het lastige is dat landen het moeilijk vinden om elkaar publiekelijk op het matje te roepen met de angst een diplomatieke rel te ontketenen. Dit merkte ik al toen ik in mei in Bonn (Duitsland) de onderhandelingen ging volgen. Als je als observator bij de VN aanwezig mag zijn, kun je goed zien hoe landen elkaar met zijden handschoenen aanpakken in vergaderingen. Een groepsgenoot merkte al op dat het wel heel erg lijkt op de MUN, de middelbare schoolversie van de Verenigde Naties.

Andere maatregelen?

Dus als de groepsdruk niet genoeg blijkt te zijn en landen elkaar niet op het matje gaan roepen, vestig je misschien je hoop op de intrinsieke motivatie van de overheden zelf. Nederland is op dit moment voorzitter van de EU en een van de landen die als eerste te maken zal krijgen met de gevolgen van klimaatverandering.

Toch zou je dit niet denken als je van een hooggeplaatste ambtenaar van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu hoort dat met de hulp van gemotiveerde toekomstige generaties en nieuwe technieken ‘we de doelstellingen van Parijs misschien wel eens kunnen gaan halen’.

De groepsdruk tussen landen en de motivatie van regeringen zal waarschijnlijk ontoereikend zijn. Er valt een gat. Een gat dat kan worden gevuld door ons: gemotiveerde en bewuste wereldburgers. Wil dit werken, dan moeten wij onze leiders blijven vertellen dat wij een toekomst willen die er anders uitziet dan nu.

Wij moeten het doen!

Dan moeten wij blijven actie voeren, praten en schrijven. Na Parijs is de conversatie stilgevallen, terwijl ze juist nu moet leven. In Bonn waren bij de onderhandelingen geen Nederlandse NGO’s aanwezig en geen enkele krant heeft er aandacht aan besteed.

Als wij willen dat het akkoord van Parijs een akkoord van actie wordt, zullen we die actie zelf moeten initiëren en ondernemen. De stok achter de deur ontbreekt in de COP-afspraken en we kunnen niet blijven wachten totdat onze regering zelf actie onderneemt, want dan kan het wel eens te laat zijn. Dus blijf niet stil nu dit akkoord is bereikt, maar laat je horen voor een betere toekomst.

Rosanne Groot schrijft samen met drie medestudenten voor de website keryxklimaatbode.nl informatieve stukken, columns en opiniestukken over het ‘accountability framework’ van het Parijse klimaatakkoord.