Christine in Palestine II: Over rechtvaardigheid

Twee weken verder in Palestina. Dat betekent tientallen broodjes falafel – het feit dat ik geen vlees eet maakt mijn keuzevrijheid wat betreft eten er niet beter op – erg veel opdringerige koopmannen, maar daarnaast ook onvoorstelbaar veel gastvrijheid en vriendelijkheid. Volgens mij begin ik inmiddels steeds meer ingespeeld te raken op de Palestijnse humor, zoals ‘put your finger in the coffee, you are so sweet that you don’t need sugar’ (of zijn het flirtpogingen?). En ik begin er zelfs al aan gewend te raken dat ik op straat word aangesproken met ‘Hi Christina’, al blijft het een raadsel hoe men mijn naam weet.

Door Christine van der Veer

Dat politiek en het conflict hier een grote rol spelen, dat is overduidelijk, maar er is ook zoveel meer. Mooie natuur, vaak een groot geloof in God en daarnaast een gemeenschapsgevoel waar wij nog veel van kunnen leren. Des te zorgwekkender is het dat niet alleen mijn gastfamilie plannen maakt om te emigreren, maar dat de meeste Palestijnen die ook maar een beetje een vermogen hebben het liefst weg gaan.

Onvermijdelijke discriminatie
In mijn vorige artikel heb ik het gehad over de Israël-Palestina discussie, die nogal vastgelopen lijkt te zijn. Naar mijn idee heeft dit met name te maken met het feit dat velen de onvermijdelijke discriminatie die het concept van een Joodse staat met zich mee brengt ontkennen.

dwars15

De Israëlische Westoeverbarrière ofwel Israëlische Muur. Foto van Christine.

Er lijkt inderdaad weinig op tegen voor een etnische groep om zich op bepaalde gronden te herdefiniëren, en gezien de historische omstandigheden was ook het uitroepen van een staat door de Joden een actie waar Europa niet tegen kon zijn. Echter: de vraag is niet of Israël op zichzelf gerechtvaardigd is of niet. De vraag is: wat betekent het voor degenen die al op dit grondgebied woonden, namelijk de Palestijnen? Hoe kunnen zij – zo nodig met terugwerkende kracht – rechtvaardig behandeld worden?

Nederzettingenpolitiek
Bij deze vraag kunnen we er niet omheen dat het concept van Israël als Joodse staat op zichzelf racistisch is. Zij kan niet bestaan zonder dat het principe van ethnic cleansing wordt toegepast, al zal de Israëlische regering dit nooit toegeven. Om de staat Joods te houden moet Israël ervoor zorgen dat de overgrote meerderheid van de inwoners Joods is. In het verleden is dit bereikt door Palestijnen te verjagen uit hun huizen (de vluchtelingenkampen getuigen daarvan) en nu gebeurt dit door een subtielere tactiek: het planten van nederzettingen op strategische plekken zodat er voor de Palestijnen weinig tot geen mogelijkheid meer is tot uitbreiding.

Een Joodse nederzetting, Neve Daniel. Foto van TrickyH.

Een Joodse nederzetting, Neve Daniel. Foto van TrickyH.

In een discussie tussen de Amerikaanse filosoof Noam Chomsky en de Israëlische historicus Ilan Pappé, gebundeld in het boek On Palestine, stelt Chomsky dat de steun van de Verenigde Staten cruciaal is bij deze nederzettingenpolitiek. Door het dichtbouwen van gewilde gebieden met nederzettingen zal uiteindelijk misschien zelfs een tweestaten-‘oplossing’ bereikt worden. Of deze oplossing ook voor de Palestijnen een oplossing is, vraagt hij zich af: ‘It will mean that this Greater Israel, if it looks something like this [ed. basically Jerusalem including surrounding settlements, Golan Heights and big parts of the Westbank], will have a very few Palestinians in it. They won’t have what is called the demographic problem, too many non-Jews in the Jewish state, a horrible concept…’

Roep op rechtvaardigheid
Om een dergelijk scenario te voorkomen is het noodzakelijk om het idee van een Joodse staat te onderzoeken en te bekritiseren, zij is namelijk een unicum in de Westerse kolonialistische geschiedenis. Waar elke overgebleven ingezetene van hetzij een Europees land, hetzij Amerika, na een vaak bloedige strijd de nationaliteit kon aannemen van dat land, kan dat in Israël niet. In de verklaring van onafhankelijkheid staat dat dat Israël een Joodse staat is, deze verklaring is wegens gebrek aan een grondwet weer bevestigd in 1985.

Een Palestijn in Israël kan zich Israëlisch burger noemen, maar niet Joods. Dit is allereerst problematisch omdat het een substantiële minderheid per definitie een tweederangsburger maakt, maar daarnaast wordt ook het bekritiseren van de staat hiermee de kop in gesmoord. Immers: kritiek uitbrengen op Israël betekent het bekritiseren van een Joodse staat en daarmee wordt het Joodse volk als zodanig aangevallen, wat de criticus tot antisemiet zou maken.

Graffiti op de Israëlische Muur, ook wel de apartheidsmuur genoemd. Foto van Justin McIntosh.

Graffiti op de Israëlische Muur, ook wel de apartheidsmuur genoemd. Foto van Justin McIntosh.

De roep om rechtvaardigheid zal dus pas weerklank vinden wanneer er ruimte is voor kritiek op het fundament van het Israël van vandaag en wanneer deze kritiek door Israël serieus genomen wordt. Voor het vredeskamp en voor links betekent dit: het centraal stellen van het idee van één staat voor twee volken. Alleen op deze manier kan Israël zich niet meer verschuilen achter het mom van een twee-statenoplossing en kan onrechtvaardigheid daadwerkelijk aan de kaak gesteld worden.

Er zijn genoeg bewegingen ontstaan in de afgelopen tijd die op structurele wijze hiermee bezig zijn, waarvan de beweging Boycot Divestments Sanctions wellicht de bekendste is. Of alle acties hiervan constructief zijn is de vraag, maar het feit dat het een vorm van verzet is die zowel radicaal als geweldloos is, betekent dat het een stap in de goede richting kan zijn.

lees ook

LVolg ons op facebook

L