Laatst kreeg ik de vraag wat ik voor werk deed. Toen ik vertelde dat ik in de gehandicaptenzorg werk met kinderen, volwassenen en ouderen op verschillende niveau’s. Met dit antwoord kreeg ik de volgende vragen: ‘Maar de zorg is toch helemaal niet leuk om in te werken?’; ‘Je moet keihard werken voor weinig?’; ‘En je hebt zeker wel te maken met een hoop agressie?’; ‘En dan te denken aan die mensen die de hele dag maar zitten te wachten op het einde.’, en ‘Je ziet zeker wel een hoop trieste dingen?’.

Na al deze vragen werd positief afgesloten met een: ‘Nou gelukkig dat er mensen zoals jij zijn, die dat werk willen doen.’

De vraag bleef me maar bezighouden. Want vind ik de zorg nog wel leuk? De laatste tijd staat er bijna dagelijks wel iets over de zorgsector in de krant en positief kun je het niet noemen. Gaat het niet dat er te weinig gekwalificeerd personeel rondloopt, dan is het wel een mooie lijst met verpleeg- en verzorgingshuizen, logeerhuizen en woonvoorzieningen die als zwak bestempeld worden. En dan heb ik het nog niet eens over de hoge salarissen waar de krant van vol staat. Maar waar wij, de mensen die op de werkvloer lopen, weinig van meekrijgen.

Toch hoefde ik niet lang na te denken over het antwoord. Want ja: de zorg is LEUK! Natuurlijk is het hard werken, en natuurlijk vind ik het ook vervelend dat ik in plaats van mijn tijd aan een cliënt te geven, een dienst moet oplossen of een stap harder moet lopen omdat er een dienst is uitgevallen. En het is lastig als ik te maken heb met een agressieve cliënt. Natuurlijk is het niet altijd leuk om tijdens verjaardagen of belangrijke feestdagen niet bij mijn familie te kunnen zij, omdat ik dan dienst heb. En je weet ook dat je in niet in de zorg moet gaan werken voor een topsalaris.

“Omdat ik dagelijks met en voor de cliënten bezig ben, zie ik hun handicap niet meer”

Maar dit alles weegt echt niet op tegen de leuke dingen die er toch echt wel zijn. Dingen waar je eigenlijk niet meer echt bij stil staat. Je moet ze alleen weer even gaan zien na al die negatieve berichten die momenteel de kranten vullen.

Een positieve kijk op zorg
Ik denk aan een cliënt die heel verdrietig is omdat ze haar ze zich alleen voelt en zich beperkt voelt, en die ik weer blij maak door even een ommetje te maken met een duofiets om de gedachten weer op iets fijns te brengen. Of aan taken die de cliënt door zijn of haar handicap niet zelf kan doen, maar mede dankzij mijn hulp en steun makkelijker worden. Of aan een familielid die ik een hart onder de riem heb kunnen steken, en het gevoel geef dat ik met mijn cliënten het beste voor heb. Er zijn zoveel dingen die het werk in de zorg voor mij het mooiste vak ter wereld maken. Dat maakt alle zware dingen goed.

Ik denk dat de zorg dus best wat optimisme kan gebruiken. Ja, er gaat veel mis, maar waarom alleen daarnaar kijken?

Laten we het even optimistisch benaderen; ik vind dat de zorg meer positieve aandacht verdient! Ik werk zelf met veel plezier in de zorg, maar ik merk dat mensen er een verkeerd beeld bij hebben. Eigenlijk is dat ook niet zo gek, als je kijkt naar alle berichten over hoge werkdruk en lage salarissen. Soms snap ik wel dat er een personeelstekort is met al die schrijnende nieuwsberichten.

“Mijn kijk op het leven wordt beïnvloed door de cliënten bij wie ik kom”

Maar mensen weten vaak niet wat werken in de zorg echt inhoudt. En dat is jammer! Misschien dat er daarom ook zo weinig mannen in de zorg werken. Zonde! Ik snap daar niets van. Misschien vinden ze het een “vrouwenberoep” en dat is natuurlijk niet stoer. Persoonlijk ben ik het daar niet mee eens. Ik ben zelf een 26-jarige man die het geweldig vindt om in de zorg te werken.

Ik schrijf dit niet om de positieveling uit te hangen, ik wil realistisch zijn. Vertellen wat het is, hoe mooi het is en hoe moeilijk het kan zijn. Hoe zwaar het soms is en hoe leuk het kan zijn. Mijn kijk op het leven wordt beïnvloed door de cliënten bij wie ik kom tijdens mijn werk. Ik kan ontzettend veel van ze leren. Door te luisteren naar hun verhalen sta ik meer stil bij de dingen die er echt toe doen in het leven. Ik hoor niet vaak verhalen over dure auto’s en grote huizen. Ze vertellen eerder over de ervaringen die ze hebben gehad in hun leven. Zoals reizen die ze hebben gemaakt of de vrienden (relaties) die ze hebben gehad.

Uiteindelijk zijn dit dingen die echt belangrijk zijn – toch?