Als aspirant-vegetariër ben ik al jaren fan van hummus. Kikkererwtenpasta klinkt weinig sexy maar is geliefd bij de veganisten, vegetariërs, carnivoren en palmolievermijders. Maar wisten jullie dat dit onschuldige goedje ook politiek is? En dat er zelfs zoiets bestaat als ‘The Hummus Wars’?

Eten verbroedert
Eten wordt vaak gezien als een manier om te verbroederen. Denk aan de vredesbesprekingen die beginnen met een diner of de etentjes met stamppot en tahin in buurthuizen ter bevordering van de multiculturele samenleving. Samen een vorkje prikken zou bijdragen aan het begrip en empathie voor de ander. En gezamenlijk broodjes dippen rondom een bord verse hummus klinkt als een prachtige manier om een vrede te bevestigen. Maar dat voedsel ook juist als splijtzwam kan functioneren is minder bekend.

Hummus vind je tegenwoordig in het koelschap van de Ap maar komt oorspronkelijk voor in de keukens in het Midden-Oosten. Van Egypte tot Irak, in Israel en Palestina, en in Syrië en Libanon. Allen claimen de enige echte uitvinder te zijn van deze kikkererwten-dip en daarom ook de lekkerste variant te maken. Vooral tussen Israël en Libanon lopen de spanningen hierom hoog op.

‘The Hummus Wars’
De vijandigheden begonnen in 2009. Toen hoorde een Libanese delegatie in Frankrijk een aantal Israëli’s zeggen dat hummus een traditionele Israëlische maaltijd is. ‘Wij beschouwen dit als diefstal, vergelijkbaar met het stelen van land’, reageerde de Libanese minister Fadi Abboud hierop.

De Libanezen konden dit niet verkroppen. Zij besloten de wereld duidelijk te maken dat hummus toch echt een traditioneel Libanese maaltijd is. De beste manier om dit te doen leek hen het breken van het record van het grootste bord hummus in het Guinness Book of World Records. Ze verbraken het Israëlische record door een gigantisch bord hummus te maken. Ook dreigde Fadi Abboud met juridische stappen om hummus officieel Libanees eigendom te maken. Zoals feta bijvoorbeeld eigendom is van Griekenland. Feta mag alleen feta genoemd worden als het in Griekenland gemaakt wordt, daarom heet die goedkope ‘semi-feta’ ook ‘salade-kaas’.

Hierna ontstond er een opeenvolging van wereldrecord verbrekingen. Israël en Libanon probeerde elkaar af te troeven door steeds een groter bord hummus te maken. In 2010 verbrak Libanon voor het laatst het record met een hummus schotel van 10,452 kilo en een diameter van 7,17 meter. In 2015 probeerde Israël nogmaals het wereldrecord te verbreken maar vond de jury van het Guinness Book of World Records het te gevaarlijk om langs te komen. Hierdoor werd de poging niet officieel en blijft Libanon de recordhouder. In de media werd deze hele hummuscompetitie breed uitgemeten en omgedoopt tot ‘the hummus wars’.

Meer dan kikkererwten
Op het eerste gezicht lijkt deze competitie slechts een absurd staaltje borstklopperij, haantjesgedrag ter opvulling van de komkommertijd. Maar als je kijkt naar de geopolitieke verhoudingen in het Midden-Oosten, zie je dat deze hummus-wedloop over veel meer gaat dan kikkererwten. Voedsel gaat ook over nationale identiteit, land, geschiedenis en cultuur. De discussie over het eigendom van hummus is dan ook onderdeel van een groter debat over grenzen, vluchtelingen, culturele toe-eigening en bezetting. En het conflict heeft helaas veel meer om handen dan dat met een avondje samen hummus eten opgelost kan worden.

Dit artikel is deel van de OverDWARS themaserie over Oorlog en Vrede.