De stemmen zijn geteld. De verkiezingen zijn voorbij. Er was een opkomst die niemand kon verwachten. Zo’n 77,7 procent van de stemgerechtigden bracht hun stem uit. Ondanks de hoge opkomst, luiden er tegenwoordig ook kritische geluiden omtrent ons kiesstelsel. Een vrij recent standpunt tegen het huidige stelsel wordt ingenomen door David van Reybrouck in zijn prikkelende boek Tegen verkiezingen (2013). Wat heeft hij ons te zeggen? Wat is het probleem met de huidige democratie? Wat zijn de oplossingen?

In het ‘manifest’ Tegen verkiezingen opent Van Reybrouck het vuur op onze huidige democratie. In het bijzonder bekritiseert hij de indirecte democratie die tegenwoordig in Europa de norm is. Hij begint zijn boek met de volgende schokkende woorden: ‘Er is iets vreemds aan de hand met de democratie: iedereen lijkt ernaar te verlangen, maar niemand gelooft er nog in.’

Van Reybrouck noemt dit de ‘paradox van de democratie’: we willen een democratie, maar we vertrouwen haar steeds minder. Een mogelijke oorzaak is dat burgers het gevoel hebben dat ze te weinig politieke invloed uitoefenen op politieke beslissingen die hun aangaan. Politieke beslissingen, zo wordt door hen verondersteld, worden genomen door politici in pak die het belang van het volk steeds de tafel afschuiven. Burgers voelen zich klein tegenover de ‘politieke elite’. Dit gevoel is geen uitzondering, maar alomtegenwoordig.

“Burgers klein tegenover de ‘politieke elite’ “

Van Reybrouck wijst op de vele protesten en de lage opkomst bij verkiezingen in de afgelopen jaren om aan te geven dat het vertrouwen in de democratie is afgenomen. Niet alleen in de Nederland, maar in heel Europa. Ook meent hij dat het populisme een rechtstreekse reactie is op dit gebrek aan vertrouwen. Als de scepsis groeit jegens de overheid zoekt de ontevreden burger zijn heil bij het populisme. Van populistische politici wordt namelijk verwacht dat zij het ‘volk’ beter representeren. De vox populi is de maatstaf voor hun politieke beleid.

De toevlucht tot populistische partijen en de toename van politieke partijen die zich populistisch opstellen, is dan ook niet vreemd: wanneer het ‘algemeen belang’ niet meer gediend wordt, komt de burger in opstand en ontvangen politici hem of haar met open armen. Naast het populisme, noemt Van Reybrouck ook nog andere aspecten die in het geding zijn gekomen. De belangrijkste aspecten van een staat zijn die van politieke legitimiteit en efficiëntie. Dit zijn noodzakelijke elementen die onlosmakelijk verbonden zijn met de werkzaamheid en integriteit van onze democratie.

De zojuist geschetste problemen zijn de symptomen van het falen van de democratie zoals die in haar huidige vorm bestaat. Het ‘Democratisch Vermoeidheidssyndroom’, zoals Van Reybrouck het democratische probleem noemt, heeft een overkoepelende oorzaak. Van Reybrouck stelt als een politieke arts vervolgens de diagnose: de electoraal-representatieve democratie is niet meer van deze tijd. Maar in welk opzicht is zij dan gebrekkig? Zolang er gestemd kan worden, is hervorming toch overbodig?

Volgens Van Reybrouck faalt de electoraal-representatieve democratie in meerdere opzichten. Doordat burgers het vertrouwen in dit politieke systeem geleidelijk aan verliezen, verspeelt het, zoals al eerder gezegd, haar politieke legitimiteit. Daarnaast is het verloop van het politieke proces inefficiënt: de vertegenwoordigers houden eindeloze debatten, maar wanneer komen ze ook daadwerkelijk uit op vruchtbare besluiten? Voor deze politieke problematiek moet daarom een oplossing gevonden worden, en wel snel. De tijd dringt, niets zal meer hetzelfde zijn.

“De electoraal-representatieve democratie faalt”

Nu de symptomen, de diagnose en het verloop van de politieke ‘ziekte’ duidelijk zijn, is het de hoogste tijd voor een mogelijke remedie van het schrijnende, democratische vraagstuk. Wat kan deze remedie zijn? Voor Van Reybrouck is de oplossing niet ver te zoeken. Hij stelt een herziening voor van het huidige politieke model. In plaats van het electoraal-representatieve model zal er volgens hem een bi-representatief model ingevoerd moeten worden. Dit houdt in dat burgers in groten getale door loting of door stemmen worden gekozen om voor een bepaalde periode mee te beslissen over politieke zaken. Van Reybrouck noemt dit de ‘deliberatieve democratie’.

Een ‘deliberatieve democratie’ is een democratisch stelsel waarin burgers directe invloed uit kunnen oefenen op politieke beslissingen na intensieve beraadslagingen. Dit is vergelijkbaar met de directe democratie van het antieke Athene. De stem die de burgers zullen geven, is echter niet een stem op een politieke vertegenwoordiger die hen representeert. Er wordt gestemd op werkelijke politieke voorstellen, zoals dat in een referendum het geval is. De voorwaarde is wél dat de stem wordt uitgebracht op basis van meer argumentatie, kennis en inzicht. Experts en debatten kunnen daarbij helpen.

Van een deliberatieve democratie wordt ook verwacht dat de groep burgers de diversiteit van het volk representeert. Het zou een buitengewoon onrechtvaardig stelsel zijn wanneer alleen de welgestelden invloed uit konden oefenen. Dan zou de democratie veranderen in een aristocratie. Ook de uitkeringsgerechtigde of de burger met een immigratieachtergrond moet de mogelijkheid hebben om zijn of haar leven en toekomst vorm te geven. Een democratie is tenslotte voor en van ons allemaal. Uitsluiting komt alleen voor in tirannieën.

Aan twee fundamentele voorwaarden moet voldaan worden wil het nieuwe ‘bi-representatieve model’ legitiem zijn. Namelijk dat 1. de stem een ‘geïnformeerde’ stem is en 2. de door loting gekozen groep burgers het volk in alle maten en vormen representeert. Alleen dan kan gesteld worden dat het nieuwe politieke stelsel een stap dichterbij haar legitimiteit is. Dan is het politieke landschap er één van burgers, geïnformeerde burgers om precies te zijn. Geïnformeerde burgers die door middel van dialoog een consensus bereiken. De democratie, zo onderschrijft Van Reybrouck, wordt dan werkelijk deliberatief: burgers nemen actief deel aan het politieke proces door overleg.

“Uitsluiting komt alleen voor in tirannieën”

Tegen verkiezingen is helder en toegankelijk geschreven. Van Reybroucks kritiek op de huidige verkiezingen vindt veel weerklank in de samenleving. Het alternatief van een ‘deliberatieve democratie’ komt echter niet uit de lucht vallen. Vele politicologen en politieke journalisten hebben geschreven over dit thema. Er is daarnaast in de afgelopen decennia al veel geëxperimenteerd met dit model. In de loop van de tijd zal dit politieke concept alleen maar verbeterd worden. Ook hiervoor is dialoog nodig, want niemand wenst een politiek stelsel waarin de stem van burgers niet voldoende gehoord wordt. Alleen door discussies, in de media of in de buurtcafé, kunnen we de toekomst van de democratie samen vormgeven. Verandering is in zicht.