In ‘Wat DWARSers Doen’ loop ik met DWARSers mee die een interessante baan of hobby hebben. In een gesprek gaan we de diepte in om de drijfveer erachter te ontdekken en om zo wellicht wat nieuws te leren als het gaat om hobby’s, banen of in dit geval studies. Op 23 april zat ik met Iris Vergeer om te praten over haar masterscriptie. Iris onderzoekt namelijk de juridische rol van de Wereldgezondheidsorganisatie bij aanvallen op zorgfaciliteiten.

Content warning: in dit artikel gaat het over oorlogsituaties die als heftig ervaren kunnen worden.

Niet een heel licht onderwerp voor een afstudeeronderzoek, maar Iris vertelt mij dat het gezondheidsrecht meestal gaat over dingen die misgaan in de zorg. “Waarom zou je dat dan gaan studeren?”, vraag je je misschien af. Voor Iris komt dat vooral vanuit een perspectief van onrechtvaardigheid. “Waarom laten we mensen dood gaan omdat we hun medicijnen niet willen vergoeden?”, zegt ze. Vragen als deze speelden allemaal een rol in haar keuze om na een opleiding Liberal Arts een bachelor in Nederlands recht en vervolgens gezondheidsrecht te doen. Ze praat er dan ook vol energie over, wat het heerlijk maakte om haar gedachten over gezondheidsrecht aan te horen. Niks is immers zo interessant als luisteren naar een persoon met passie.

In je eigen woorden, hoe kwam het gezondheidsrecht op je pad?

Ik heb zelf veel en gelukkig vooral positieve ervaringen met gezondheidszorg. Dat dit niet voor iedereen geldt, en bijvoorbeeld zelfs niet iedereen keihard nodige medicatie vergoed krijgt, was een van de eerste onrechtvaardigheden die ik zag waar ik als kind heel boos om kon worden. Daarbij vind ik medische ethiek (bijvoorbeeld juridische vragen over abortus en euthanasie) super interessant. Dus die combinatie is voor mij perfect!

Nu zit ik met haar in Broese, een boekenwinkel aan de Oudegracht in Utrecht, om te praten over haar scriptie die gaat over de rol die de Wereldgezondheidsorganisatie juridisch kan spelen in het bestraffen van aanvallen op zorgfaciliteiten. Met de continue stroom aan nieuwsberichten van aanvallen op ziekenhuizen, een actueel en relevant vraagstuk. Wanneer je weer hoort over een drone op een ziekenhuis in Donetsk of een beschieting van een van de laatste ziekenhuizen in Rafah, dan vraag je je waarschijnlijk af “waarom laten we dit toe?” De meeste juridische blikken op die vraag komen vanuit het oorlogsrecht, maar Iris zag een gat vanuit het perspectief van het gezondheidsrecht.

Wat onderzoekt Iris nou eigenlijk?

Van veel kanten heeft Iris haarzelf beschreven gehoord als ‘te idealistisch voor een jurist’. Dit motiveert Iris om als een soort Elle WoodsElle Woods is het hoofdkarakter van de film Legally Blonde. In deze film ontpopt Elle Woods zich tot een vaardige advocaat, nadat mensen in haar omgeving dachten dat ze het niet zou maken. deze mensen ongelijk te bewijzen. In de manier waarop ze over het onderwerp spreekt is deze lezing makkelijk te begrijpen. Maar rechtvaardigheid heeft ook een tintje idealisme nodig. In haar onderzoek duikt ze in op de rol die de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) kan hebben in het bestraffen van aanvallen op ziekenhuizen en dergelijke zorgfaciliteiten. Ze houden immers ook deze aanvallen bij, zoals je hier kan vinden. Deze hoek koos ze omdat het in de praktijk vaak niet lukt daders via het oorlogsrecht te bestraffen en er mogelijk wel ruimte voor is via het gezondheidsrecht.

Dat zit namelijk zo: een ziekenhuis is in principe een burgerdoel. Een burgerdoel aanvallen is een oorlogsmisdaad. Maar als een ziekenhuis als een militaire faciliteit wordt gebruikt, dan mag een ziekenhuis soms wel aangevallen worden. Wat in dat geval wel een oorlogsmisdaad is, is het gebruiken van burgers als een schild. De Israelische regering gebruikt dan ook vaak het argument dat Hamas zich schuil houdt in ziekenhuizen. Hamas zou daarmee een oorlogsmisdaad plegen en doordat het ziekenhuis dan als militaire faciliteit dient is het gerechtvaardigd om dat aan te vallen. Dit bewijzen of tegenspreken is lastig, omdat we simpelweg midden in een conflict niet altijd alle informatie hebben om een volledig onderzoek te doen. Dat maakt het lastig er direct een zaak van te maken.

Snappen we het nog? In het kort: er zijn makkelijk juridische argumenten op te werpen waardoor een aanval op een ziekenhuis gelegitimeerd kan worden, waardoor het oorlogsrecht ziekenhuizen onvoldoende beschermd. Dit is een van de redenen dat dit soort aanvallen moeilijk bestraft kunnen worden. De WHO werkt vanuit het gezondheidsrecht en kan wetten opstellen. De focus van Iris’ onderzoek is dan ook of het zin heeft voor hen om aanvallen op ziekenhuizen expliciet te verbieden, iets wat ze nu nog niet doen.

Het is soms nogal taaie stof. Er is dan ook een reden dat Iris zich even verloren voelde in haar wetboeken. Dat zal deels komen door de geopolitieke spanningen die spelen rondom dit onderwerp, of we nu over Gaza of Oekraïne praten. Ook omdat de gekozen invalshoek vrij nieuw terrein is. Maar met het enthousiasme dat ze over het onderwerp kan praten kan je alleen maar geloven dat het goed komt.

Hoe kwam je op dit onderwerp uit?

We zien allemaal dagelijks op beeldschermen de meest vreselijke oorlogsmisdaden in onder andere Oekraïne en Gaza voorbij komen. Al voor mijn master had ik het gevoel dat ik hier heel graag iets concreets, inhoudelijks en juridisch mee wilde doen dat aansloot bij die master. Nu kan ik schrijven over zorg in de meest kwetsbaar denkbare positie.

Hoe pakt ze het aan?

De meeste mensen schrijven niet héél vaak een scriptie in hun leven. Maar als ze het dan doen, dan pakt iedereen het op hun eigen manier aan. Voor Iris is dit haar tweede scriptie, na eerder al twee bachelors af te hebben gerond met dezelfde scriptie. Toch is de aanpak ook hier weer een uniek proces, mede door wat ze heeft opgestoken van de eerste scriptie. Tijdens haar bachelor-scriptie kreeg ze een ADHD-diagnose. Waar het toentertijd vooral verklarend was voor onder andere problemen met concentreren, heeft ze ondertussen wat meer handvatten ontwikkeld om ermee om te gaan. Niet dat dat altijd even makkelijk gaat. Ze zegt dan ook: “Als ADHD’er is de werkvorm van een scriptie schrijven mijn aartsvijand.” Een voorbeeld daarvan is dat ze het moeilijk vond om één specifieke invalshoek te kiezen, iets waar haar scriptiebegeleider uiteindelijk een duwtje in de rug bij gaf door te zeggen om op de juridische rol van de WHO te focussen.

Een scriptie schrijven is moeilijk, zijn er mensen die je specifiek wil benoemen die jou er doorheen slepen?

Zoveel! Ik heb een heel lief groepje studiegenootjes om me heen die ook hun scriptie aan het schrijven zijn. Dat helpt ontzettend. En de fantastische scriptie-buddy Merlijn voor de wekelijkse werksessies (inmiddels ook met Farah!). Natuurlijk ook de andere vrienden, ouders en zus bij wie ik thuis mocht werken en af en toe bij kan klagen. En vast nog veel meer mensen die ik nu vergeet. Ow en de DWARS-appgroepen natuurlijk ;).

Maar dat is maar één van de manieren waardoor ze gefocust te werk kan gaan. Als student met ADHD is de uitdaging groot om gefocust te blijven. Het helpt dat ze zo gepassioneerd is voor het onderwerp, wat je ook merkt als je haar hoort praten, maar soms zijn dan toch van die kleine trucs nodig om de hersenen gefocust te houden. Ze werkt dan ook vaak samen met andere mensen, zoals Merlijn de Bruin, penningmeester van DWARS in het bestuur Timmermans, die om de hoek woont en ook met zijn scriptie bezig is. Een andere – en wat unieke – benadering is dat ze bij mensen die aan het thuiswerken zijn gaat werken. Op magische wijze werkt dat en ik ga geen vraagtekens zetten bij iets dat werkt.

Wat heeft de toekomst voor haar in petto?

Het duurt nog een paar weken tot haar scriptie af is en het is nog flink zoeken naar een antwoord op haar onderzoeksvraag. Maar dat is niet het enige antwoord waar ze nog naar op zoek is. Zoals veel studenten kijkt ze op naar de banenzoektocht na haar studie. Ze weet dat ze geen PhD wil doen, maar wat dan wel is ze ook nog niet helemaal zeker over. Ze zou als jurist aan de slag kunnen gaan in een ziekenhuis met haar master, maar het werk daar spreekt haar wat minder aan. Een NGO zou ideaal zijn, maar zou dat dan als jurist zijn of als beleidsmedewerker? Of toch gewoon de politieke kant op? Mede door haar voorzitterschap bij DWARS een aantal jaar terug, weet ze haarzelf enthousiast te maken voor meerdere wegen die haar toekomst haar biedt, maar een definitief antwoord voor waar haar pad eindigt heeft ze nog niet. Eerst maar eens haar scriptie afronden. Met haar passie en energie komt een vervullende toekomst vanzelf wel.