In DWARSers vs de DSMDe DSM is een boek waarin psychische stoornissen staan beschreven. Het helpt professionals bij het herkennen en behandelen hiervan. spreken we in een reeks van zes artikelen met zes verschillende DWARSers die elk een andere diagnose hebben. We gaan met ze in gesprek om te zien hoe zij de wereld ervaren, welke struikelpunten er kunnen zijn en hoe andere mensen rekening met ze kunnen houden. In dit tweede artikel van de reeks behandelen we de diagnose borderline en zijn we in gesprek gegaan met Charlie. Charlie is niet haar echte naam, omdat ze het liefste anoniem blijft. De echte naam van Charlie is bekend bij de auteurs van dit artikel.

Disclaimer: de ervaringen in dit artikel zijn specifiek aan één persoon. Borderline uit zich anders in elk persoon. De persoon in de afbeelding komt van een stock foto en is geen DWARSer.

De eerste keer dat Charlie een diagnose kreeg, was ze rond de 4 jaar oud. Het ging toen niet om borderline, maar om autisme. Pas toen ze volwassen was kwam er een definitieve diagnose borderline en verdween de diagnose autisme. In deze hele periode had Charlie ook niet het idee dat autisme bij haar paste. Op sociaal vlak waren er wel wat problemen, maar op een andere manier dan bij mensen met autisme. Er waren juist meer problemen met stemmingswisselingen.

Tussen haar vierde levensjaar en de uiteindelijke borderline-diagnose ergens in de 20, heeft Charlie verschillende therapieën gevolgd. Zo kreeg ze een vorm van kindertherapie op de basisschool, door haar omschreven als ‘speelgroepjes’, en later op de middelbare school kreeg ze therapie vanwege een eetstoornis. Op de basisschool werd Charlie gepest en in haar tienerjaren had ze te maken met depressie en een onrustige familiesituatie. Pas iets minder dan een jaar geleden begon ze aan een therapie die beter bij de borderline diagnose past: schematherapie. Een belangrijke factor hierin is het hebben van een psycholoog die ze vertrouwt en waar ze zich gehoord door voelt.

De schematherapie die Charlie volgt is gebaseerd op het idee van schema’s, zoals de naam suggereert. Schema’s zijn denkpatronen die ontstaan als reactie op iemands omstandigheden, meestal in iemands jeugd. Dit kunnen negatieve en positieve denkpatronen zijn. Bij schematherapie worden deze schema’s in kaart gebracht en worden de negatieve denkpatronen zo veel mogelijk omgevormd naar denkpatronen die minder vervelende gevoelens opleveren bij de persoon zelf. Cognitieve gedragstherapieCognitieve gedragstherapie (CGT) helpt je negatieve gedachten en gedragspatronen herkennen en veranderen, zodat je problemen anders aanpakt en je je beter voelt in je dagelijks leven. is een van de bekendste manieren waarop dit wordt gedaan.

Wat zegt de DSM over borderline?

Een borderline persoonlijkheidsstoornis, vaak gewoon “borderline” genoemd, is (zoals de naam al zegt) een persoonlijkheidsstoornis. Een persoonlijkheidsstoornis is een verzameling van symptomen die mensen hun hele leven kunnen hebben en die op veel verschillende soorten momenten naar boven kunnen komen: een beetje als een persoonlijkheid in het algemeen. Borderline komt bij ongeveer 1,1% van de Nederlanders voor, waarvan ongeveer 72,6% AFABAssigned Female At Birth, oftewel iemand die met vrouwelijke geslachtsdelen geboren is. en 27,4% AMABAssigned Male At Birth, oftewel iemand die met mannelijke geslachtsdelen geboren is.. Borderline ontstaat bij mensen in de jeugd door een combinatie van omgevingsfactoren, zoals opvoeding en trauma, en biologische factoren.

Mensen met borderline kunnen last hebben van meerdere dingen. Een vaak vergeten, maar erg belangrijke verzameling van klachten, zijn de meer interne klachten. Hierbij kan worden gedacht aan een instabiel zelfbeeld en emotionele instabiliteit. Door deze emotionele instabiliteit kunnen mensen snel wisselen van intense blijheid naar verdriet, woede, angst, paniek of juist een erg leeg gevoel. Mede door deze instabiele emoties en het instabiele zelfbeeld kunnen mensen met borderline ook geneigd zijn om zeer impulsief te worden met bijvoorbeeld geld, alcohol of drugs, maar ook met relaties. Zo kan deze instabiliteit, in combinatie met het veel voorkomende symptoom verlatingsangst, er ook voor zorgen dat mensen met borderline snel wisselen tussen anderen heel leuk vinden en juist afstand willen nemen van dezelfde mensen.

Stigma

Wanneer het op stigmaEen stigma is een vaak negatief vooroordeel dat aan een persoon of groep wordt gekoppeld vanwege een kenmerk zoals een ziekte of achtergrond. aankomt, dan heeft Charlie het geluk om zich in een progressieve bubbel te bevinden. Met borderline komt wel veel stigma kijken, maar binnen haar directe omgeving valt het over het algemeen mee. Uitzonderingen zijn er wel. Zo reageerde een familielid in eerste instantie zeer negatief over de diagnose. Voor de bredere wereld wordt borderline nog steeds gezien als iets zeer ernstigs. Het beeld heerst dat mensen met borderline erg dramatische personen zijn. Dit creëert dan ook een angst bij Charlie dat ze gezien wordt door de lens van het bekende beeld van borderline, en niet als de persoon die ze daadwerkelijk is.

Volgens Anne Krause-Utz, een co-auteur van een onderzoek over de huidige kennis van borderline dat in 2021 in The Lancet is gepubliceerd, komt het stigma rond borderline deels doordat het lange tijd als onbehandelbaar beschouwd werd. Relatief recent zijn er bewezen behandelmethoden ontwikkeld die bij 60% van de behandelden aanslaan. Het idee dat borderline onbehandelbaar is, is dus aantoonbaar fout. Nog los van het feit dat zelfs als het onbehandelbaar zou zijn, er ook geen stigma rond zou moeten heersen.

Een ander aspect van het stigma lijkt voort te komen uit het zelfbeeld van mensen met borderline, aldus Krause-Utz. “Mensen met borderline hebben het gevoel dat ze diepgaand anders zijn en hebben de neiging zich te isoleren.” Een zelfopgelegd stigma zou je het kunnen noemen, al is dat waarschijnlijk niet een geheel eerlijke beschrijving, want mensen leggen ten slotte niet expres een stigma op zichzelf.

Met dit artikel hoopt Charlie bij te dragen aan de destigmatiseringHet verminderen van het stigma rondom iets. van borderline. Hoewel ze liever nog anoniem blijft, wil ze hiermee wel anderen aanmoedigen om er vaker over te praten. Want praten over last hebben van depressie of het volgen van therapie hebben zij en vele anderen geen problemen mee, maar benoemen dat ze gediagnosticeerd is met borderline, dat is vaak weggelegd voor de mensen die ze al beter kent.

Hoe kunnen mensen rekening houden met iemand met borderline?

Zoals met de meeste diagnoses geldt dat iedereen anders is. Charlie geeft aan dat het in ieder geval belangrijk is om de emoties van personen met borderline te accepteren en te laten zien dat er ruimte is voor hun gevoelens. Dat is natuurlijk bij elk persoon belangrijk, maar bij personen met borderline kan het sneller gebeuren dat iemands reactie wat onverwacht is, en in jouw ogen misschien zelfs onlogisch. Probeer je dan te beseffen dat deze emoties en reacties niet zomaar uit de lucht komen vallen, maar altijd ergens vandaan komen. Dit betekent overigens niet per se dat een persoon met borderline die emoties zelf altijd goed kan of wil uitleggen. Dat jij en de persoon met borderline een bepaalde reactie of emotie niet begrijpen, betekent niet dat die reactie of emotie fout is of er niet hoort te zijn. Eigenlijk is wat je concreet doet dus niet eens zo belangrijk, zolang je maar laat zien dat je diegene, inclusief alles dat moeilijker kan zijn, accepteert en omarmt.

Charlie geeft als laatste ook aan dat dit binnen DWARS eigenlijk altijd goed gaat. DWARS is dan ook de omgeving waar ze zich het meest comfortabel voelt omdat men zo accepterend is. Dat is daarom ook iets waar we als vereniging best trots op mogen zijn. Er is ruimte voor iedereen.