De Rechtsstaat is een belangrijke verworvenheid. DWARS is dan ook van mening dat deze rechtsstaat beschermd en versterkt moet worden.
Het is belangrijk dat het Nederlandse rechtssysteem toegankelijk is voor iedereen, ook voor mensen met een lager inkomen. Daarom is DWARS van mening dat de griffierechten zo laag mogelijk moeten zijn: voor personen moeten deze met 20% verlaagd worden. Verder wordt in rechtszaken de positie van het slachtoffer versterkt en krijgt men de mogelijkheid om schade op de dader te verhalen.
Directieleden van bedrijven die de fout in gaan moeten ook op persoonlijke titel vervolgd kunnen worden. Mensen die de verantwoordelijkheid hebben, moeten hierop aangesproken kunnen worden.
Ook migranten leven in onze rechtsstaat. Om rechten te hebben is het in onze maatschappij noodzakelijk om een nationaliteit te hebben.Statelozen krijgen daarom de mogelijkheid om de nationaliteit van het land van herkomst van hun ouders of het land van verblijf te krijgen. Ook mag het niet mogelijk zijn om mensen met een enkelvoudige nationaliteit deze af te nemen. Rechtsstaat en geloof hebben niets met elkaar van doen. Het verbod opgodslastering wordt uit de wet geschrapt. Rechters zijn de enige personen in functie die geen religieuze symbolen mogen dragen tijdens de uitoefening van hun functie. Voor andere ambtenaren blijft dit een eigen keuze.
De Koning heeft geen plaats in het rechtssysteem. Gratieverzoekendienen volgens DWARS dan ook gericht te worden aan de Hoge Raad.
Minderjarigen horen niet in de cel. Alleen als zij door de rechter zijn veroordeeld worden zij in detentie geplaatst. Gemeentes zijn verantwoordelijk voor goede opvang voor jongeren die dit nodig hebben, zodat het in de cel plaatsen van kinderen die zorg nodig hebben niet langer nodig is.
Ook gedetineerden hebben rechten. Als er een levenslange gevangenisstraf is opgelegd, beoordeelt een rechter elke vijf jaar of opsluiting nog redelijk is en of dit een maatschappelijk doel dient. Als er TBS is opgelegd gaat deze maatregel direct in, niet pas nadat een deel van de straf is uitgezeten. Als iemand behandeling nodig heeft, mag deze hem of haar namelijk niet onnodig lang ontzegd worden.