Landbouw en voedsel

Om op de aarde te kunnen leven, moet de mens de aarde gebruiken, net als alle andere dieren en planten. De afgelopen eeuwen is de mens een steeds groter beslag gaan leggen op de aarde. De wereldbevolking is toegenomen, evenals de consumptie. De landbouwtechnieken zijn steeds vernuftiger geworden, waardoor ze soms efficiënter, maar soms juist ook belastender voor het milieu zijn. DWARS wil dat alle mensen kunnen eten, maar dat daarbij niet respect voor de aarde en de houdbaarheid van ons gedrag uit het oog worden verloren.

Voedselproductie belast de aarde op twee manieren: het verbouwen zelf heeft invloed op de vruchtbaarheid van de grond en op de biodiversiteit. Het vervoer van voedsel zorgt voor veel brandstofverbruik en CO2-uitstoot. Om die redenen is DWARS er voorstander van dat de landbouw hervormd wordt. Er moet meer worden ingezet op extensieve landbouw, in plaats van intensieve landbouw, zodat de grond niet uitgeput raakt. Daarom moet het gebruik van pesticiden omlaag, en moet het gebruik van biologische middelen worden gestimuleerd. Om dat te bereiken moet ook de koppelverkoop van zaaigoed, bestrijdingsmiddelen en andere landbouwtechnologie worden uitgebannen.

Verder moet de landbouw meer regionaal gericht worden, om de CO2-uitstoot te verminderen bij het vervoer van voedsel. Een mogelijkheid hiervoor is stadslandbouw als alternatief voor landbouw met lange transportroutes.

Momenteel hebben Nederland en de EU een productieoverschot. Er wordt te veel voedsel geproduceerd. Dat voedsel wordt nu tegen veel te lage prijzen aangeboden op de wereldmarkt. Hierdoor wordt de landbouwsector van ontwikkelingslanden verstoord. DWARS wil daarom dat Nederland en Europa hun voedselproductie terugbrengen naar het niveau van de behoefte van de Europese bevolking. Zo krijgen andere continenten ook de mogelijkheid hun landbouw te ontwikkelen. Om dat te bereiken, moeten de landbouwsubsidies in Europa hervormd worden. Die mogen voortaan alleen nog ingezet worden voor het verduurzamen van de sector.

Niet alleen de producenten, ook de consumenten hebben te maken met de vraag hoe duurzaam een artikel is. DWARS wil daarom dat mensen een bewuste keuze kunnen maken in de supermarkt, zolang niet alle artikelen aan strenge duurzaamheidsstandaarden voldoen. Er moet daarom een uniform certificatiesysteem komen, dat mensen in staat stelt gemakkelijk informatie te krijgen over hoe hun voedsel geproduceerd is. Binnen dit systeem is wat DWARS betreft geen ruimte voor vlees uit de bio-industrie. Dieren zijn geen fabrieken en moeten dus ook niet als zodanig worden behandeld. Daarom wordt de bio-industrie afgeschaft voor 2030.

Om voedselzekerheid op lange termijn te garanderen, moeten lokale landbouwkennis en gewasvariatie worden hersteld. Ook moeten voedingsstoffen in de landbouwsector worden gerecycled.